dinsdag 16 juni 2009

Vinkie

Vanmorgen werd ik voor de wekker afging al wakker.
Het slaapkamerraam stond op een kier open en buiten waren vogels al druk in de weer.
Het begon met het mystieke geluid van de merel. Volgens de oude Kelten is hij de wachter tussen twee werelden. Het eerste geluid wat je hoort als de nacht overgaat in de dag is dan ook dat van de merel.
Al gauw hoorde ik de houtduif op mijn schoorsteen en het luide gekwetter van de ekster en de musjes en al die andere vogeltjes in de buurt. Ik word daar vrolijk van en goed gemutst stapte ik naast mijn bed. Ik graaide mijn kleren, die ik gisteravond klaar had gelegd bij elkaar en om mijn vrouw niet wakker te maken, verliet ik voorzichtig de slaapkamer en begaf mij naar de badkamer.

Even later zat ik weer gepikt en gedreven aan mijn ontbijt.
Het bovenlichtje van de keuken had ik open gezet en ik hoorde boven het RTL ontbijtnieuws nog steeds de vogels kwetteren en fluiten.
Hé, daar hoorde ik een nieuwkomertje; een vink.
Pieppiep-piep-pieppiep! klonk het boven de andere vogels uit.
Wat leuk. Zo'n vinkje maakt een beetje eentonig geluid, dat wel. Toch klinkt het tussen de andere vogels in de buurt wel grappig.
"Pieppiep-piep-pieppiep! Pieppiep-piep-pieppiep!" bleef het doorgaan.
Door het kauwen van de cruesli en het nieuws op TV raakte echter het vogelgeluid weer op de achtergrond.

Opeens kwam mijn vrouw de huiskamer binnen.
"Goeie morgen, schat." Zei ik in opperbest humeur.
"Goeie morgen. Wat is dat voor klote piepie wat ik de hele tijd hoor?" Antwoordde zij.
"Nou, ik denk een vinkie. Leuk toch?"
"Leuk? Ik word knettergek van dat rotbeest." Het vinkje had haar alsnog te vroeg wakker gepiept.
Ze opende de buitendeur.
"Nou, dat is geen vogel hoor." Mopperde ze.
"Jawel hoor. Een vinkie. Ik vind het wel grappig."
"Stom beest."
Ik grinnikte, kwam naast haar bij de deur staan en pakte haar even lekker stevig vast.
Daar bij de open deur klonk het vinkie echter wel heel erg doordringend. Ik liet mijn lief los en deed de deur wat verder open.

"Pieppiep-piep-pieppiep! Pieppiep-piep-pieppiep! Pieppiep-piep-pieppiep!"

Ik stapte naar buiten en luisterde nog eens goed. Het geluid kwam van twee tuinen verder.
Daar stond het huis leeg. De nieuwe bewoners waren al een paar dagen druk aan het verbouwen.
Ik liep de steeg in en gluurde door een kier in hun poort naar hun erf. Er lag een stapel puin met daar bovenop een plaat hout of gips, waarop een oude rookmelder zat geschroefd.

"Pieppiep-piep-pieppiep! Pieppiep-piep-pieppiep! Pieppiep-piep-pieppiep!"

door de regen was er waarschijnlijk een kortsluiting in de elektronica opgetreden waardoor het ding nu op water in plaats van rook reageerde.

Enigszins beschaamd liep ik terug naar huis om mijn vrouw het nieuws te vertellen. Ik, als de grootste natuur- en vogelliefhebber bij ons in huis, had me laten foppen door een rookmelder en mijn vrouw had, zoals gewoonlijk, weer gelijk.

Geen opmerkingen: