Gisteren werd mijn broer 50 jaar. Abraham was in de voortuin geplaatst en zijn dochters en vrouw hadden ervoor gezorgd dat hij overal in huis aan het heugelijk feit werd herinnerd. Het was mooi weer en de visite nam plaats in de Delftse tuin van mijn broer. De jongste broer van onze vader, Gerard, was met zijn partner Nel ook aanwezig. Ik keek af en toe eens opzij en zag steeds een blonde uitvoering van mijn vader zitten. Zelfde ogen, alleen blauw, in plaats van bruin en dezelfde mond en postuur en net zo gezellig kletsend.
Op dagen als gisteren worden er vaak herinneringen opgehaald. Gerard, wij mogen hem geen "ome Gerard" noemen en vooral geen "U" zeggen, herinnerde zich dat hij op zijn tiende een boek van mijn ouders kreeg: Als de Kievit roept op Weltevreê. Het boek gaat over de belevenissen van de 10-jarige tweeling Bart en Toos Koeman. Zij wonen in het dorpje Laagwoud, samen met hun vader, moeder, grote zus Truus van 15 jaar, kleine broertje Kees, opa Koeman, Piet de knecht, Trijntje de meid, Bas de hond en Moor de zwarte kater, op boerdeij Weltevreê.
In het voorjaar, worden de koeien van stal gehaald en naar de wei gebracht. Bart en Toos mogen meehelpen. Moeder is aan het kaas maken, die heeft het altijd erg druk. Zij maakt ook boter en melkt de koeien. Op een dag vinden Bart en Toos een aapje, dat van de wagen van kermismensen is afgevallen. Het aapje is ziek, de Koemannetjes zorgen zo goed voor hem, dat hij gelukkig beter wordt en bij hun mag blijven. Ze noemen hem Jocko en hij wordt een speciaal vriendje van Bart en Toos.
Op het land wordt hard gewerkt, er wordt gezaaid, geploegd en bemest. Ooievaars en kieviten worden nu dikwijls gezien. Samen met opa Koeman, gaat Bart palingvissen. Hun koe Blaarkop, wordt verkocht op de koemarkt, gelukkig koopt de buurman hem, zodat de kinderen hun trouwe koe nog dikwijls kunnen zien. In Laagwoud is het groot feest, als er Koninginnedag gevierd wordt. Alle huizen hebben de vlag uit en ook op Weltevreê wappert een grote vlag.
In de zomer wordt het gras gemaaid en helpen de kinderen met hooien. Hoog op de hooiwagens, mogen ze meerijden naar het land.
Op een dag komt hun buurjongen, Herke, van de naastgelegen hoeve "Rust Roest", vragen of Truus samen met hem mee wil doen met het ringsteken op het grote boerenfeest in Hoogmeer. Met een versierde boerenwagen zullen ze dan rijden en er zal ook een boerenbruiloft gehouden worden. Daartoe zal Truus gekleed worden in Grootmoeders kanten lap met het gouden oorijzer en Grootmoeders pronkgewaad. O, wat vindt Truus dat fijn! Het wordt een heerlijk dag. Keesje, die thuis moet blijven, gaat stiekem met z'n autoped achter de wagen aan en wordt bijna overreden door de wagen van Herke en Truus tijdens het ringsteken. Gelukkig mogen zij over rijden en winnen toch nog de eerste prijs.
In het najaar wordt er Sint-Maarten gevierd en bloembollen geplant. Als het kouder wordt gaan de koeien weer op stal, vieren de Koemannetjes het Sinterklaas- en het Kerstfeest en tenslotte worden er oliebollen gebakken op oudejaarsdag.
Gerard had het boek wel tien keer gelezen en was het bij zijn emigreren kwijtgeraakt. Hij had er mooie herinneringen aan. Hij had het gezocht, maar nergens meer kunnen vinden. Een plannetje borrelde op in mijn brein. Toen ik ’s avonds thuis kwam, ging ik het internet op en een half uurtje later had ik een eerste druk van het boek besteld. Een mooie herinnering moet je in stand houden, hè?
Dus Gerard, over een weekje heb je hem in huis hoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten