Op de hoek van de straat wilde ik rechts afslaan, maar een mevrouw op een fiets, die van links kwam, stoorde zich geen moment aan mij en reed zonder in te houden en opzij te kijken voor mijn auto langs. Ik moest bot op de rem en kwam met een grote schok tot stilstand. Stom verbaasd keek ik haar na. Had ze mij niet gezien dan? Of was ze levensmoe? Ik wilde verderop nog mijn raampje open draaien en het haar vragen, maar besloot me er verder maar niet druk over te maken.
De spoorbomen zagen mij vanmorgen niet, want zij gingen niet omlaag toen ik aankwam. Dat gebeurt elke andere morgen wel en dan het liefst vier keer!! Het stoplicht sprong op groen en ik mocht doorrijden. Ik was het spoor nog niet over toen een fietser, wiens fietserverkeerslicht op rood stond, gewoon voor mijn auto langs reed. Ik moest bot op de rem en kwam met een schok tot stilstand. Stom verbaasd keek ik hem na. Had hij mij niet gezien of was hij levensmoe? Hij ging voor mij een verkeerde kant op, dus ik kon het hem niet meer vragen en ik besloot me er niet druk over te maken, hoewel ik me wel begon af te vragen of ikzelf wel zichtbaar was voor de rest van de wereld.
Bij het volgende stoplicht stond ik naast een motoragent. Zou ik de proef op de som nemen en mijn middelvinger opsteken? Hij zag me waarschijnlijk toch niet. Nee, ik ben daar te braaf voor.
In Purmerend kwam het kantoor inzicht. Nog
Ik ging weer bot op de rem en kwam geschokt tot stilstand.
“Godverd…..! Sakkuhwassur! Moet je dood of zo!?!” Brieste ik. Of had hij me gewoon niet gezien en zit ik vandaag echt in..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten