Toen wij thuis kwamen van ons weekje Drenthe, vond mijn vrouw het lijk van een spin op de muur naast het TV meubel. Mijn zoon was die week alleen thuis geweest en toen hij op een avond TV lag te kijken rende deze jongen over de muur. Hij heeft het beestje een mep met een dvd hoes verkocht. Het resultaat daarvan heeft hij laten hangen.
Het was een kleintje en meestal zijn de kleinere de mannetjes, zo denk ik te weten.
“Dan zal binnenkort het vrouwtje ook wel voorbij komen.” Grapte ik.
Dat is niet helemaal waar. We hebben het hier over de zogenaamde Tegenaria parietina, uit de trechterspin familie. Ze bouwen een trechtervormigweb en wachten daarin op voorbij komende insecten. Dat doen zij op plekken waar zelden of nooit mensen komen. In de kelder of schuur, onder uw vloer of op zolder achter uw oude spulletjes. Rond september gaan de mannetjes (herkenbaar aan verdikkingen aan het uiteinde van hun voelsprieten) op zoek naar een vrouwtje, dus niet het vrouwtje. Zo kan het dus gebeuren dat u deze jongen vandaag of morgen voorbij ziet rennen. Ze houden niet van mensen. Zijn er zelfs bang voor. Daarom worden ze ook wel “Renspin” genoemd. Ze kunnen mensen niet bijten en zijn totaal ongevaarlijk voor ons. De lucht die mevrouw renspin in deze tijd afscheid is echter een te grote verleiding, waardoor hij zijn trechtertje toch verlaat.
Een dag of vier na onze thuiskomst was ik alleen thuis. Mijn vrouw was met mijn dochter naar Parkpop in Krommenie. Ik lag op de bank een film te kijken, toen mijn oog viel op iets dat bewoog op de muur naast de TV. Grote griebels, mevrouw Renspin had het spoor van manlief opgepikt (of omgekeerd). Ik moet tot mijn schaamte bekennen dat ik niet zo’n held ben met deze achtpotige dames of heren in de buurt. Ik pakte dus datzelfde dvd hoesje en de spin bleef stilstaan op de muur. Het was alsof hij mij wilde waarschuwen om niet dichterbij te komen. In werkelijkheid scheet hij zeven kleuren voor mij. Ik ramde het hoesje tegen de muur. Toen ik wilde kijken of mijn actie was geslaagd, was de spin weg.
Oké, als ik hem maar niet meer zie. Even later rende het beest weer over mijn muur en mijn haren gingen recht overeind staan. Deze keer pakte ik de Wehkampgids. Die heeft mij in het verleden vaker een dienst bewezen in dit soort gevallen. Volgens de oudere reclamespotjes kan je er zelfs een klein hondje mee vermoorden. De Wehkampgids is echter ook niet meer wat hij geweest is. Op dat “hondenspotje” heeft Wehkamp destijds nogal wat commentaar gehad, waarna zij hebben besloten de gids aanzienlijk kleiner te maken. Dat betekende dat ik de spin er twee keer mee moest slaan. Nou ja, eind goed, al goed. Voor mij althans.
We zijn nu een week verder en ons huis ziet er zoals op de foto hiernaast uit.
We krijgen een nokverhoging. Mijn dochter is namelijk uit haar kleine slaapkamertje gegroeid. Deze verbouwing betekent een hoop kabaal en gedreun door vier luidruchtige mannen op zolder. U weet wel, waar trechterspinnen zich graag schuil houden. Ik vraag me soms af wat zij daar dan te eten zouden moeten vinden. Blijkbaar schuift daar heel wat aan insectengespuis rond.
In ieder geval voelen de spinnen zich daar even niet meer thuis. Het was dus een kwestie van afwachten tot de volgende zou worden gesignaleerd. Gisteravond was het dan zover.
Mijn dochter lag lekker bij mij op de bank naar de film “Garfield” te kijken. Mijn vrouw lag uitgeblust na een dag hard werken op de andere bank. Op het moment dat ik hem over de muur zag rennen, riep mijn dochter: “Gadfur!” De vrijdageditie van de Telegraaf bood uitkomst. Ik drukte de krant met vlakke hand tegen het beest en gaf er nog een paar harde klappen op. Toen ik mij weer omdraaide zat mijn vrouw rechtop, haar benen zo hoog opgetrokken dat zij mij met wijd open gesperde ogen tussen de knieën door aankeek.
“Niks aan het handje, schat.” Zei ik stoer. De krant ging de oud-papierbak in en ik moest even een slokje water.
De rust keerde weer, hoewel mijn vrouw nog lang met opgetrokken benen op de bank bleef zitten. De film was erg leuk, maar zo nu en dan vroeg ik mijzelf wel af hoeveel van die beesten er op zolder zouden hebben gezeten. Hoeveel soortgenoten duldt een trechterspin in zijn buurt?
Mijn vrouw en dochter waren naar bed. Ik wilde “The Mummie returns” afkijken. Die film is overigens een slap aftreksel van het eerste deel, maar dat terzijde. Ik deed de lichten uit en deed nog even een plasje. Bij het verlaten van het toilet viel mijn oog op een grote donkere vlek naast het dartbord in de hal. Het was een hele grote donkere vlek! En hij bewoog! Mama!
De postbode moet die dag paranormaal begaafd zijn geweest. En Wehkamp ook. Op het kastje in de hal lag namelijk de die dag ingegooide nieuwe Wehkampgids, die opeens weer van groot formaat was.
“Was je nou weer iets aan het platslaan?” Vroeg mijn vrouw toen ik naast haar in bed kroop.
“Ja nou, deze was..”
“Hou op! Ik wil het niet weten!” Ze kroop diep onder de dekens.
Waarschijnlijk dacht ze aan het verhaal dat een mens in zijn leven tijdens zijn slaap onbewust vier tot acht spinnen opeet. Het is volgens een aantal internetsites echter zeer onwaarschijnlijk dat spinnen een zoogdier als gastheer gebruiken. Ze zoeken een rustig verblijf, wat de juiste temperatuur heeft. Dit zal in de regel altijd lager dan kamertemperatuur zijn. Het in je slaap eten van spinnen is dus een “broodje aap”verhaal.
De eng aandoende trechterspin is een heel nuttige spin en makkelijk te vangen met een glas en een kartonnetje, waarna je hem kan buiten zetten.
Ik zal proberen mijn leven te beteren, maar ik beloof niks..
Het was een kleintje en meestal zijn de kleinere de mannetjes, zo denk ik te weten.
“Dan zal binnenkort het vrouwtje ook wel voorbij komen.” Grapte ik.

Een dag of vier na onze thuiskomst was ik alleen thuis. Mijn vrouw was met mijn dochter naar Parkpop in Krommenie. Ik lag op de bank een film te kijken, toen mijn oog viel op iets dat bewoog op de muur naast de TV. Grote griebels, mevrouw Renspin had het spoor van manlief opgepikt (of omgekeerd). Ik moet tot mijn schaamte bekennen dat ik niet zo’n held ben met deze achtpotige dames of heren in de buurt. Ik pakte dus datzelfde dvd hoesje en de spin bleef stilstaan op de muur. Het was alsof hij mij wilde waarschuwen om niet dichterbij te komen. In werkelijkheid scheet hij zeven kleuren voor mij. Ik ramde het hoesje tegen de muur. Toen ik wilde kijken of mijn actie was geslaagd, was de spin weg.
Oké, als ik hem maar niet meer zie. Even later rende het beest weer over mijn muur en mijn haren gingen recht overeind staan. Deze keer pakte ik de Wehkampgids. Die heeft mij in het verleden vaker een dienst bewezen in dit soort gevallen. Volgens de oudere reclamespotjes kan je er zelfs een klein hondje mee vermoorden. De Wehkampgids is echter ook niet meer wat hij geweest is. Op dat “hondenspotje” heeft Wehkamp destijds nogal wat commentaar gehad, waarna zij hebben besloten de gids aanzienlijk kleiner te maken. Dat betekende dat ik de spin er twee keer mee moest slaan. Nou ja, eind goed, al goed. Voor mij althans.
We zijn nu een week verder en ons huis ziet er zoals op de foto hiernaast uit.
In ieder geval voelen de spinnen zich daar even niet meer thuis. Het was dus een kwestie van afwachten tot de volgende zou worden gesignaleerd. Gisteravond was het dan zover.
Mijn dochter lag lekker bij mij op de bank naar de film “Garfield” te kijken. Mijn vrouw lag uitgeblust na een dag hard werken op de andere bank. Op het moment dat ik hem over de muur zag rennen, riep mijn dochter: “Gadfur!” De vrijdageditie van de Telegraaf bood uitkomst. Ik drukte de krant met vlakke hand tegen het beest en gaf er nog een paar harde klappen op. Toen ik mij weer omdraaide zat mijn vrouw rechtop, haar benen zo hoog opgetrokken dat zij mij met wijd open gesperde ogen tussen de knieën door aankeek.
“Niks aan het handje, schat.” Zei ik stoer. De krant ging de oud-papierbak in en ik moest even een slokje water.
De rust keerde weer, hoewel mijn vrouw nog lang met opgetrokken benen op de bank bleef zitten. De film was erg leuk, maar zo nu en dan vroeg ik mijzelf wel af hoeveel van die beesten er op zolder zouden hebben gezeten. Hoeveel soortgenoten duldt een trechterspin in zijn buurt?
Mijn vrouw en dochter waren naar bed. Ik wilde “The Mummie returns” afkijken. Die film is overigens een slap aftreksel van het eerste deel, maar dat terzijde. Ik deed de lichten uit en deed nog even een plasje. Bij het verlaten van het toilet viel mijn oog op een grote donkere vlek naast het dartbord in de hal. Het was een hele grote donkere vlek! En hij bewoog! Mama!
De postbode moet die dag paranormaal begaafd zijn geweest. En Wehkamp ook. Op het kastje in de hal lag namelijk de die dag ingegooide nieuwe Wehkampgids, die opeens weer van groot formaat was.
“Was je nou weer iets aan het platslaan?” Vroeg mijn vrouw toen ik naast haar in bed kroop.
“Ja nou, deze was..”
“Hou op! Ik wil het niet weten!” Ze kroop diep onder de dekens.
Waarschijnlijk dacht ze aan het verhaal dat een mens in zijn leven tijdens zijn slaap onbewust vier tot acht spinnen opeet. Het is volgens een aantal internetsites echter zeer onwaarschijnlijk dat spinnen een zoogdier als gastheer gebruiken. Ze zoeken een rustig verblijf, wat de juiste temperatuur heeft. Dit zal in de regel altijd lager dan kamertemperatuur zijn. Het in je slaap eten van spinnen is dus een “broodje aap”verhaal.
De eng aandoende trechterspin is een heel nuttige spin en makkelijk te vangen met een glas en een kartonnetje, waarna je hem kan buiten zetten.
Ik zal proberen mijn leven te beteren, maar ik beloof niks..
2 opmerkingen:
Dit is zo heerlijk eerlijk geschreven!! Weten dat een spin nog honderd keer banger is voor ons dan wij voor hen, maar toch zijn slechts weinigen helden als het op in aanraking met hen komen aankomt.
Op mij hebben ze een schrikeffect bij een onverwachte confrontatie, maar nadien ben ik er niet meer bang voor. Ik vang ze dus wel.
'k Moet je trouwens lichtjes teleurstellen: een tegenaria kán ons wel bijten, maar hij of zij doet het niet zolang ze op één of andere manier weg kan geraken. Ze herkent ons gewoonweg niet als prooi en vlucht liefst van al, omdat ze inderdaad zo snel kan rennen. Maar voor de rest: excellente research wel!!
U wordt bedankt. Ik werd nieuwsgierig, vandaar. U lijkt er nogal verstand van te hebben, misschien kunt u mij vertellen hoe het mannetje van een Zwarte Weduwe heet?
Een reactie posten