dinsdag 31 juli 2007

"Schat, Kom Je Ook?"

Het is “zomer”, dus vakantietijd. Van alle vakanties die wij hebben gevierd, meestal in eigen land, gaat niets boven de keren dat ik in Amerika ben geweest. Na het schrijven man mijn eerste roman “Kangi Wakuwa, of hoe het Westen gered werd” en een paranormale gebeurtenis die daarop volgde, kwam ik in contact met een Dakota Indiaan, Wes Hansen. Na een paar jaar heen en weer schrijven en bellen, kwam eindelijk het moment dat ik mijn angst voor het kiezen van het luchtruim opzij zette en vertrok naar “De Nieuwe Wereld”.

Stijf van de zenuwen wachtte ik op het moment dat het vliegtuig opsteeg. Mijn zoon, destijds acht jaar oud, zat gezellig kwebbelend naast me. Hij vond het ook spannend, maar op een andere manier. Toch, toen de piloot zijn motoren op toeren bracht en de machine dan over de startbaan liet denderen, was ik zo onder de indruk dat ik mijn zenuwen vergat.
Dat was echter van korte duur, want bij de eerste bocht in de lucht voelde het alsof ik in een achtbaan zat. Ik haat achtbanen. Het voelde alsof ikzelf de bocht om ging en mijn hersenen rechtdoor.

Ach, mijn wens om mij over Siouxland te begeven was groter dan mijn angst voor het onbekende vliegen. Na de landing en een vier uur durende autorit bevonden mijn zoon en ik ons eindelijk op de prairie. De nacht was er gitzwart, met miljoenen meer sterren dan in Nederland. De volgende morgen kon ik pas echt de schoonheid van de immense vlakte aanschouwen en mijn hart maakte een sprongetje van opwinding toen ik niet ver van het houten prairiehuis een kudde bizons zag grazen.

We zijn onder leiding van mijn Dakota Indiaanse vriend door Minnesota gereden. Door Zuiddakota van zuid naar noord en van oost naar west, naar Wounded Knee, de Black Hills, Bear Bute. Vanuit de Black Hills door Wyoming en weer terug door de Badlands, waar wij in de wildernis overnachtten en de coyotes hoorden huilen en blaffen. Weer terug over de impossante Missouri rivier naar het oosten van Zuid Dakota. We voeren in een kano over de Big Sioux rivier. We hebben enorme meervallen gevangen en gegeten en dat was een welkome afwisseling op de zomerlange barbecues met de enorme steaks, die ze daar dag in dag uit hielden. Iedereen wou die Hollanders zien en wij Hollanders wilden iedereen daar ontmoeten. Daarvoor waren powwows de juiste gelegenheid en we hebben daar dan ook verschillende van bezocht. We hebben veel traditionele Dakota evenementen en rituelen bijgewoond. Ik belde naar huis en vroeg: "Schat, kom je ook hierheen?"

Schat wilde niet. Het was te ver. Ze kon niet even naar haar ouders opzoeken als ze heimwee zou krijgen. Bij ons tweede bezoek aan Zuid Dakota was zij echter degene die wilde blijven.
Het was zo overweldigend dat ik bijna een jaar nodig had om alle opgedane indrukken te verwerken. Daar kan Drenthe, hoe mooi het ook is, niet tegenop.

Geen opmerkingen: